Pa
Je ongevraagd advies is ongevraagd verdwenen naar de sterren of misschien een sprankje stof, het stof dat zich in mijn hoofd verzameld heeft tot stenen. de grijze massa star, de ogen zwaar en de oren dof terwijl jouw hart de mijne soms nog weet te vinden tikt mijn hart onzeker in keel, slapen en hoofd ze willen jou aan ons nog blijven binden. je wijnglas, bruut van onze borrelhap weggeroofd. Wie dacht dat het nu-van-toen nooit zou verwelken heeft zich nochtans tomeloos vergist geen bron van inzicht meer om uit te melken. Bij onheil en tegenslag nu geen nieuwe list. Maar ook ontbeert mij: het niet na kunnen praten Over dat leven uit die hele fijne maar ook minder fijne tijd. Al had het je gezondheid vast niet kunnen baten. Het had ons misschien toch wel bevrijd. Je bent nu al ruim 3 maanden weggevlogen naar de andere kant van die scherpe lijn waar wij in drijfzand vast gezogen wel doorgaan maar vaak niet helemaal zijn. Af en toe ga ik op zoek naar die ene Volvo met een krat vol gereedschap en klus-apparatuur en met een doos wijn erbij zit die ook weer vol zo. Die auto, ik vind hem niet.... en dat is zuur. Na de winter zullen de dagen vast weer lengen De moppen bij de barbecue zijn onmetelijk schuin. De mezen zullen liederlijke aria's brengen. En de vlinders vliegen vast ook door de tuin. De kranten zullen door brievenbussen blijven vallen. En de Italiaanse espresso blijft ook sterk en goed. Maar al zullen er nog altijd mensen blijven feesten en lallen... Jouw persoon zal ik blijven missen in mijn zweet, tranen en bloed. Jeroen
Mist
Geborduurde flarden van bezinning
Die de schreeuw opslokten In een maag van stilte
Het zuur de das omdeed
De das die te strak
Zijn enthousiasme speelde
In keurslijf gevangen
Gelukkig... de das gaat af
Maar als de trui optrekt ...
Komt de schreeuw Van een helle zon
En is de bevrijding Gevangen
Jeroen D. Rook
De Stip
Geef me die stip aan de horizon
waar het regent aan weldaad vrijgevigheid,
warmte aan rijkdom en kracht
Geef me de stip (aan de horizon)
van garantie op vleugels
de droom vrijgelaten in stralende lucht
Geef me die stip waar de crisis ineens criswas
geen droom te groot voor het deugdelijk pak.
Geef me die stip waar afgunst en walging
verworden in stilte tot kristallen van ijs in die krakende kou
Geef me die stip waar begrip is ontloken
de fouten van gister met liefde beboet.
Geef me die stip die geen punt maakt van alles
het licht uit, het dak eraf het hart goed gevuld.
Geef me de stip die een punt zet achter oorlog.
de punt op de i van:"Ik vind het te gek"
Dan kunnen we leven in zekere wegen,
de hemel ontstoken op iedereen's stek
Jeroen D. Rook
De sterren
De sterren kijken toe
hoe ik me als halve maan een bult werk
soms zwetend
soms huilend,
soms schitterend
op weg naar het licht,
ploeterend in het duister
in de hoop te schijnen
voor een ander
die me kent en wil kennen,
zodat wanneer de dag aanbreekt
en mijn schijnsel wordt overstraald
door de allesopslokkende zon,
dat iemand mijn hart kent
in de zoektocht door de duisternis
naar het lichtpuntje
daar verder op die lijn
aan de andere kant van die grens
met de eeuwigheid. Jeroen D. Rook
Druppels van december
De druppels van de lauwe winternacht
dalen druiperig deemoedig
naar duizend onvervulde dromen
Ze willen niet bevriezen in kristal,
sneeuw of glazen stalactiet
Altijd met knuppel en hoenderhok gewapend
strijdend en grappend
al zouden ze nooit komen
En het is alleen de vriend van het luisterend hart
die deze droom nog spaarzaam ziet,
Maar straks met oudjaar
maken wij allen snode beste plannen
die druppels van verdriet en tegenslag
naar verderop kunnen verbannen
En met nieuwjaar is alles daadkracht,
treurnis van gemiste kansen
(Sneeuw valt in de lange laan)
alles vergeten en verdreven
de duffe regendroppen
dan weldra van de baan.. Jeroen D. Rook
Stilte
Ik hoor de stilte de verhalen van vergeten tranen schreeuwen
naar het masker van de opgespoten lach.
Voor 1 minuut bereid om de vergeten troeven
te ontdoen van web en stof
om het hart te balsemen ...
even heer en meester over lot en loterij.
Maar het heden is beklommen en omarmd in tedere vervoering
en regelmatig met liefs,
en mooi glas wijn
verpakt in warmte en ontroering
Jeroen D. Rook
Dromen
Als de nacht de dag verteert En leven baart aan dromen De bronnen van verlangen eert Waar dieven niet ontkomen Wanneer het hart het bloed rondtorst In de kern van onze aderen Dan gaan we terug naar moeders borst In het geweten van onze vaderen De kloeke geest droomt duizend liefdes Voor het eerste ochtendgloren En in spanning in geborgenheid Voelt ze zich meermaals uitverkoren. Van kalverlief tot kloppend kruis Gaan sterren langs ons heen En uiteindelijk ...wakker ...per abuis Kijken we naast ons... gelukkig..niet alleen. Jeroen D. Rook
Het Ontdekte Wiel
Ze ademt de stem van een vergeten klooster Niet rijp voor het grote verzet Kleffe ham/kaas-tosties op de roestige toaster In de ogen verlangen naar hilarische pret Op een dag zal haar ster schrander schijnen in het licht van trots en zelfbewust bestaan Bedompt plichtsbesef als sneeuw voor de zon verdwijnen op een eiland hier ver vandaan. De dood bang kijkend in de holle ogen Die schaamte en angst van ' ben ik wel goed?' weggevaagd door zelfmededogen weggespoeld met zelfverzekerd ontsproten bloed Dan kan het leven echt beginnen De wens van elk een diepste ziel Stralend van buiten en stralend van binnen Het sluiten van het ontdekte wiel.. Jeroen D. Rook
Het Ochtenddauw
De druppels uit het groengrazige verleden Opgedampt uit een dauwdoorvlochten veld Waaien door de onbekende lijzige lucht, niet meer bedeesd voor de onzekere vlucht Een orkaan zal zeker ooit waaien Geroerd door de as van de woelige wereld Begonnen als briesje van een speels gestoei Tot vervulling van een wilskrachtig geloei. De wereld maakbaar gemaakt van kubus tot bol De haat ver voorbij, van liefde tot lol Totdat de ooievaar je meeneemt naar dat latere later Van wijsheid in overgave aan succes en flater De ambitie voorbij van de maakbare wereld Maar tot die tijd blijven we strijden.. Tegen bonkende bliksems en granaten, hitte en kou Bewust geworden, nooit meer bang voor 't ochtenddauw. Jeroen D. Rook
De Kogel
de kogel is door de kerk met flarden van een open dak de wereld tegemoet de vogels nog boven me maar niet lang meer de vaste grond is al gevlogen de hemel nog mijlenver maar bij maanlicht blijf ik fladderen zonder vleugels in de verwachting dat ik die ster van tedere vervoering spoedig zal bereiken voordat ik een cherubijn word het vredeskaarsje of arend op de rotsen.. Jeroen D. Rook
Ambitieus
Zingend de mythen een warm welkom .. De fonkel van een olielamp Geblazen naar het drachtige duister Van twinkelende nacht in een kring van waterdamp In acht ploeterende uren Van onverwerkt verdriet en angst, Zoekend naar onverteerd verlangen Vliegt de ontsnapte vlinder het allerlangst In de hoop morgen opnieuw te vlammen Gekropen uit de schulp van ochtendhumeur Kanend op te zoete kleffe boterhammen Met een circus van vlijt voor de gesloten deur De dag van halsoverkop hollen En duizend taken in ’t verschiet Beducht voor het stelsel van valse mollen Voor datgene wat niemand ziet. Vanavond gelooft deze zelfde ambitieuze kracht De dromen van de dag voor even gemist In de vlinders van de ademloze sterrenpracht Totdat wederom naast ‘t potje wordt gepist. Jeroen D. Rook
Nietigheid
Ornamenten vol vergeten verbazing stromen meer en meer tot mij en de mijnen bij het winnen van leeftijd. Elke ervaring wist welbewust vermeende kennis uit het rap ratelende hoofd De kikker kwaakt kwiek ochtendgebed waar de roekeloze raaf hem overschreeuwt vol moed en brutaliteit De duif , Eet vetgebakken friet Vastgelopen In volle overgave Aan de wankele beschaving En ik, Ik pieker duizend doemende gedachten over het dartele gevoel Dat door duizend dingen gestuurd wordt zelfs door de magische mus & de fladderende vlinder Behalve mijzelf Kon ik het sturen dan stuurde ik het naar het latere later voorbij die grens van geploeter en gekwaak. voordat het laatste luikje viel... Jeroen D. Rook
De dag
De dag is uitgewoond Ze zoekt een beetje rust Ze heeft alweer haar lef getoond en menige ruzies gesust De dag moet nu gaan slapen Ze is het waken moe Klaar om te gaan gapen Weg van het gedoe. Morgen zal ze opnieuw beginnen Met vele mensen in haar hart en vele nieuwe zieltjes winnen de ochtend weer een nieuwe start Maar ook dan zal de avond haar moed uitdoven haar onderdompelen in de nacht opdat mensen opnieuw zullen geloven dat het offer is volbracht... Jeroen D. Rook
De Horizon
Ik wil de horizon voorbij Mijn plafond doorboord Een kameleon, die opvalt in de nacht Alles anders geworden.. Het kind van de rekening uit het rood, Het zwarte schaap een likje witte verf... Minder slaap, wat wilder leven, Naar feest, partij en coffeecorner, Bloemen zoeken bij schreeuwend maanlicht Weg het pak van moraalridder, Roepend: Ik zit niet bij die pakken neer! De dag van morgen wil ik pakken Al het falen in de doos. De kip die het ei opeet, Het ei dat de kip slacht, De kip is mooi ... Maar groeit niet meer in een blind hok. Zenuwen en angsten, ik vermorzel jullie Een gemis aan aarzeling .. Aan zekerheid rijk geworden... Niet alleen bij vlagen... Op weg naar dat ene... Wil ik het.. Wil het snel en zonder pardon. In dezelfde setting Wil het kunnen eisen Moet het kunnen eisen Wil het snel Wil het nu Ik eis het... Jeroen D. Rook
Hoop
De man, de vrouw, Het lichaam, de woning Van het kwetsbare Soms te zien In een oog Of twee Maar de kelen Brullen Hun eigen geleerde Overtuiging Zoals de leeuw Brult Naar eigen stam Maar ook het hart Van die leeuw Is helder als glas bevroren tranen met wensen van kristal De openheid Van ijle wind Langs een tedere wang in alle eenvoud zonder bombasme zonder brul in een opluchting van alomvattende verzoening Het moet kunnen.. Jeroen D. Rook